Druk op ENTER om te zoeken of ESC om te sluiten

Fides

Wij werken met Fides!

We werken met de methodiek van Fides. Fides betekent vertrouwen. Vertrouwen als kind, als jongere of als volwassene in jezelf. De Fides-methodiek wil via praktische en zichtbare manieren inzicht geven in jezelf en je omgeving. Het gaat erom dat je via sociale vaardigheden leert jezelf (bij) te sturen. Om dit zichtbaar te maken is de methodiek o.a. gebaseerd op het gebruik maken van alledaagse ‘symbolen’. Deze symbolen helpen ons in de school dezelfde taal te spreken.

Symbolen

We werken met symbolen, door middel van die symbolen spreken we allemaal dezelfde taal.
We gebruiken bijvoorbeeld de sleutelbos! Hiermee werken we aan problemen: als iets niet lukt probeer je een andere sleutel waarmee het misschien wel lukt. Hoe ouder je wordt, hoe meer sleutels je aan je bos hebt zitten.

Fides door de jaren heen

In groep 1 maken de kinderen kennis met de symbolen: die zijn fysiek in alle lokalen aanwezig. Door de dag heen gebruiken we ze en zetten we ze zo positief mogelijk in. Ik merk dat de kinderen ieder jaar de betekenis steeds beter begrijpen, aan het begin van elk schooljaar herhalen we ze altijd even. In groep 8 kennen de leerlingen de symbolen zo goed, dat we vanuit een situatieschema kunnen werken; je laat hierin dan zien wat er speelt.

Tulp purple

Fides helpt

We hebben geleerd over het symbool ‘domino’. Als je allemaal dominosteentjes achter elkaar zet en je tikt ze omver, dan vallen ze allemaal. Als je een dominosteen wegneemt, dan vallen ze ineens niet meer om. Zo kunnen we ruzies ook stoppen, als er een ruzie is denk ik aan de domino en zeg ik dat het geen zin heeft om ruzie te maken.

– Lara

De rugzak

Iedereen heeft een rugzakje, hier leren we over te praten. We leren vooral dat het niet erg is. Omdat ik open kan praten met mijn klasgenoten over wat er in mijn rugzak zit, kan ik mij beter concentreren op het leren.

– Anna

Ojee een toets

Soms gaat een toets niet zo goed.
Dan denk ik toch snel dat het aan mij ligt en dat ik niet goed genoeg heb geleerd.
Maar door het ‘oké, ojee’ ladekastje te gebruiken kan ik accepteren dat
het een keer wat minder ging. Ik zet mijn ‘ojee: het slechte punt voor mijn toets’
om in een ‘oké: ik heb wel goed mijn best gedaan met het leren!’